Wie zijn wij, wat is onze identiteit? Wie zijn wij, wat is onze identiteit?

Het profiel van de gemeente:

Momenteel telt onze gemeente ca. 1100 ingeschreven leden. Hiervan zijn 350 belijdende lidmaten, 700 doopleden en 50 overige ingeschreven of meegeregistreerde leden.


ONZE IDENTITEIT

De Hervormde Gemeente Yerseke behoort tot de Protestantse Kerk in Nederland. Onze Hervormde Gemeente is een echte dorpsgemeente: zij herbergt vele stromingen, waarbij wij ons profileren als een confessionele gemeente, met een christocentrische prediking. Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuw beleidsplan en stellen wij dat de Hervormde Gemeente Yerseke een confessionele gemeente tussen traditie en vernieuwing wil zijn.

Als gemeente vallen we onder de Classis Delta van de PKN in de ring Goes.

Lees en download hier de plaatselijke regeling en het Beleidsplan.

 
Missie / Visie Missie / Visie

De kerkenraad van de Hervormde Gemeente Yerseke binnen de PKN heeft de volgende visie ontwikkeld en onderschreven:

BELIJDEN

1. De Hervormde Gemeente Yerseke, die deel uitmaakt van de Protestantse Kerk in Nederland, weet zich verbonden met de kerk van alle plaatsen en tijden. We belijden het Christelijk geloof in gemeenschap met de oecumenische en reformatorische belijdenisgeschriften. We geloven dat God zijn wereld goed geschapen heeft en de mens naar zijn beeld, maar dat wij vanwege de zondeval en onze eigen ongehoorzaamheid Gods oordeel verdienen. We belijden ook de vrijspraak en vergeving van zonden door het plaatsvervangend lijden en sterven van onze Here Jezus Christus, in de weg van persoonlijk geloof en bekering, en de overwinning op de dood door Christus' opstanding. Dat het Gods verlangen en keus is in de gemeente met zondaren samen te wonen geeft ons hoop en moed. We geloven in de vernieuwing van ons leven door de kracht van de Heilige Geest. We weten ons geroepen om heilig voor God te leven en verwachten de doorbraak van zijn Koninkrijk. Aan de verheerlijking van God in gemeente, kerk en samenleving is ons alles gelegen.

 LOFPRIJZING

2. Het gaat er boven alles om onze God, Vader, Zoon en Heilige Geest, te eren en te prijzen. We worden hiertoe geroepen in alle geledingen van het gemeenteleven: in het bijzonder in de erediensten, maar ook in de gezinnen en in onze persoonlijke relatie tot God. Hij is onze Schepper en Verlosser. Alleen als we ons door Zijn Geest vervuld en gedreven weten, putten we kracht uit het heil dat God ons aanbiedt. Dan kunnen we ook onze roeping aan om gemeente van Christus te zijn. Het is van groot belang dat we in de erediensten en andere activiteiten van de gemeente 'de lofzang gaande houden', in vertrouwde en meer eigentijdse vormen.

GEMEENSCHAPSBELEVING

3. In het eren en dienen van God en het doen van Zijn wil hebben wij elkaar als gemeenteleden nodig. Geloven volgens Gods bedoelingen kun je niet in je eentje. We worden geroepen elkaar te bemoedigen en op te bouwen. Dit alles in een geest van saamhorigheid en vanuit de liefde die we van God ontvangen. We vormen als gemeente een lichaam waarvan we allen deel uit maken. Christus is het hoofd ervan. We delen onze blijdschap, droefheid en zorgen. Als dit een realiteit onder ons is, zal er iets van ons uit gaan in de gemeente zelf en de wereld waarin we leven.

VERBONDENHEID MET ANDERE KERKEN

4. Alle volgelingen van Jezus zijn in hart en wezen één. We worden echter ook geroepen om die wezenlijke eenheid concreet in praktijk te brengen. Kerkelijke verdeeldheid roept vragen en ergernis op, zeker ook bij degenen die 'buiten staan'. Het staat ook in schrille tegenstelling tot het gebod van Christus dat wij één zijn, zoals de Vader en Hij één zijn. Het zou goed zijn als we samen met andere gemeenten in ons dorp de eenheid in Christus kunnen beleven en uitdragen, in grotere mate dan nu mogelijk is. Hierdoor zal ons getuigenis in de wereld verrijkt worden. We bedenken wel dat kerkelijke eenheid en samenwerking dan pas tot recht komt als we ons wezenlijk verbonden weten met het hart van het christelijk belijden: het verzoenend werk van Jezus Christus. Hij is onze Heer en onze Redder.

GEESTELIJKE GROEI

5. Geloven is nooit af. Stilstand is in zekere zin achteruitgang. We moeten leren groeien in het geloof, in het liefhebben van de Here Jezus Christus en het 'aan Zijn beeld gelijkvormig worden'. Pas dan kunnen we verdieping en verbreding van het gemeenteleven verwachten. We moeten ons persoonlijk en als gemeente laten toerusten vanuit Gods Woord en met elkaar delen van de zegeningen die Hij ons door Zijn Geest schenkt. Dan kunnen wij anderen weer tot zegen zijn.

GEBRUIK MAKEN VAN GAVEN

6. Te veel wordt er in de kerk verwacht van hen die tot een bijzonder ambt geroepen zijn: de predikant, ouderlingen, diakenen en ouderlingen-kerkentmeesters. De Schrift leert ons dat er een 'ambt van alle gelovigen' is. Ieder die door het geloof met Christus verbonden is, wordt geroepen Hem te eren, te dienen en na te volgen. Daarvoor deelt de Heilige Geest gaven uit, die ten dienste moeten worden gesteld van de opbouw van het Lichaam van Christus, de gemeente. Die genadegaven zijn veelkleurig en velerlei. Elke gelovige ontvangt één of meerdere gaven en talenten, die God in Zijn wijsheid toebedeelt, in de mate die Hij bepaalt. We moeten elkaar en onszelf aanmoedigen en (laten) toerusten om onze gaven te (her)ontdekken. Verder dienen we mogelijkheden te scheppen die gaven in te zetten voor het werk in de gemeente en in het geheel van Gods Koninkrijk. Voor ieder gemeentelid is er een plaats in het lichaam van Christus.

DIACONALE ROEPING EN PROFETISCH GETUIGENIS

7. De gemeente heeft een roeping ontvangen om dienend in de wereld te staan, bewogen met de nood van mensen, dichtbij en ver weg. Zij verlangt ernaar mogelijkheden te vinden om die nood te helpen lenigen. De gemeente weet zich daarbij gedreven door de liefde van Christus. Die nood komt dikwijls voort uit scheefgegroeide verhoudingen, het ontbreken van gerechtigheid. In de kerk worden we geroepen 'in het klein' iets te reflecteren van wat Gods bedoeling met de wereld en het leven is. We mogen tekenen oprichten van Zijn komend Koninkrijk. Het volgen van Gods wil is heilzaam voor heel de mensheid, inclusief ons eigen land en volk. We moeten dan ook in de kerk evenals in politieke en sociale verbanden, waarbinnen we als christenen onze plaats innemen, opkomen voor recht en gerechtigheid. Onze liefde en zorg gaan in het bijzonder uit naar hen die zich misdeeld voelen en geen helper hebben. We komen niet alleen op voor mensen die recht hebben op liefde en gerechtigheid, maar ook voor Gods goede schepping, die het door toedoen van ons mensen zwaar te verduren heeft.

UITDRAGEN EN -LEVEN VAN DE HEILSBOODSCHAP

8. We worden geroepen om zowel ouderen als jongeren, binnen of buiten ons kerkverband, de blijde boodschap van het Evangelie zo voor te houden en voor te leven, dat zij zich bekeren en aan Christus toewijden. Het is ons verlangen dat allen trouwe volgelingen van Jezus Christus zullen worden. Ook numerieke groei van de kerk is nodig. We worden immers nog steeds geroepen om het Evangelie bekend te maken aan hen die 'buiten staan' of ervan vervreemd zijn geraakt. We nodigen hen uit om Jezus Christus te aanvaarden als Heer en Heiland. Uiteindelijk gaat het hierbij om meer dan de kerk als instituut. We geloven dat eenmaal, bij de komst van het Koninkrijk van God in heerlijkheid, de kerk niet meer nodig zal zijn. Dan zal het schriftwoord in vervulling gaan dat 'in de Naam van Jezus alle knie zich zal buigen en iedere tong zal belijden dat Jezus Christus de Heer is, tot eer van God, de Vader!'